De droom van Rien Veldsink: The Green Box als energie-ecosysteem
The Green Box Cleantech Campus in Hengelo is dé plek waar de energietransitie in de praktijk vorm krijgt. De campus van 18,4 hectare biedt ruimte voor bestaande infrastructuur en slimme technologieën die samen de energietoekomst bepalen. Met meer dan 80.000 m² aan werkruimte en 1500 professionals, biedt de campus een concreet platform voor de ontwikkeling van clean technologie.
The Green Box maakt zichtbaar wat mogelijk is met energie- en netbeheer. Met een stroomaansluiting van 6 MVA, supersnel glasvezelinternet en state-of-the-art meetapparatuur is de basis gelegd. De volgende stap is het samenbrengen van deze slimme systemen en bijbehorende data voor efficiënter energiebeheer. “We hebben alles in huis, dus de vraag is niet óf het kan, maar hoe en wanneer.” vertelt Rien Veldsink, business development manager en onze visionair op het gebied van energie-infrastructuur op The Green Box. Ook is hij geestelijk vader van R.I.E.N. BV (Regionaal Innovatief Energie Netwerkbeheer) waarbinnen hij werkt hij aan een slim energie-ecosysteem, waar technologieën en infrastructuur naadloos integreren. Zijn droom is een flexibele energiehub, waarin elektriciteit, warmte- en stroom-opwek elkaar versterken. The Green Box is hét voorbeeld van hoe we in de toekomst slim met -duurzame- energie kunnen omgaan.
Hoe ziet deze droom eruit en waar staan we nu? Rien Veldsink legt het uit, met zijn driestappenplan als leidraad.

Stap 1. Meten is weten: De kracht van een Digital Twin
We beginnen met het nauwkeurig bemeten van ons energienetwerk. Dat begint bij de infrastructuur — de backbone. Er ligt hier al een solide basis: ons netwerk is volledig bemeterd volgens de meetcode en ruwe data ontsluiten wij met Modbus RS485. Het glasvezel zorgt voor razendsnelle gegevensoverdracht, waardoor het netwerk efficiënt en betrouwbaar functioneert. Deze data is de sleutel tot optimalisatie.
Op basis van deze data maken we een digitale kopie van ons netwerk, ook wel een Digital Twin genoemd. Daarmee zien we exact wat er gebeurt, bijvoorbeeld wanneer er pieken in het stroomverbruik zijn of wanneer er storingen dreigen.Zo kunnen we ingrijpen voordat er problemen ontstaan. We gebruiken bijvoorbeeld al slimme sensoren van Oktogrid, deze sensoren monitoren onze transformatoren en waarschuwen indien nodig. Dit verhoogt de betrouwbaarheid, voorkomt storingen en bespaart onderhouds– en inspectiekosten.

Stap 2. Slim omgaan met stroom: Power-Quality verbetering
Op The Green Box gaan we intelligent om met onze 6MVA aansluiting. We zetten een slimme batterij in om stroom van onze 18.000 zonnepanelen op te slaan. Deze batterij ondersteunt niet alleen deels onze 18.000 zonnepanelen, maar draagt ook bij aan netbalancering. Onze 40 AC- en DC-laadpalen laden niet alleen EV’s van bezoekers en werknemers op, maar voorzien ook Twente Milieu dagelijks van stroom voor hun elektrische vuilniswagens.
Binnen ons gesloten distributiesysteem (GDS) zijn de aansluit- en transportovereenkomsten juridisch al zó ingericht dat we flexibel kunnen omgaan met zowel contractvermogens als de (aankomende) dynamische transporttarieven. Dit geeft ons de ruimte om direct te profiteren van kansen in de energiemarkt, zonder juridische of contractuele beperkingen.
Door slim in te spelen op deze dynamische netkosten zetten we binnenkort flexibel stuurbare assets in op momenten dat de transportkosten laag zijn. Denk aan het opladen van batterijen, het terugleveren van energie aan het openbare net of het afnemen van extra vermogen tegen aantrekkelijke biedprijzen — bijvoorbeeld via het GOPACS-platform. En dat alles binnen de contractuele ruimte van ons GDS én zolang de belasting op de hoofdaansluiting met Enexis het toelaat. Zo creëren we directe financiële voordelen én ontlasten we tegelijkertijd het regionale elektriciteitsnet.
En dit is nog maar het begin.
Bij energietransitie denk je waarschijnlijk aan zonnepanelen, batterijen of slimme energiemanagementsystemen. Maar er is één belangrijk aspect waar we vaak overheen kijken: de kwaliteit van onze stroomvoorziening, oftewel Power Quality (PQ).

Power Quality: wat is het en waarom doet het ertoe?
Simpel gezegd: Power Quality (PQ) geeft aan hoe gezond je elektriciteitsnet is. Denk aan stabiele spanning, minder storingen en efficiënter gebruik van capaciteit. Een belangrijk onderdeel hiervan is de arbeidsfactor, beter bekend als cos φ (cosinus phi). Deze factor geeft aan hoe efficiënt de capaciteit van je aansluiting wordt gebruikt. Veel bedrijven betalen voor een flinke aansluiting, bijvoorbeeld 6MVA, maar gebruiken deze capaciteit (vaak onbewust) inefficiënt. Dat komt door iets dat we ‘blindstroom’ noemen: stroom die het net belast zonder nuttig werk te verrichten. Het kost dus capaciteit én geld. Een lage cos φ betekent veel blindstroom, en dus minder effectieve ruimte op je aansluiting.
Waarom wil je de cos φ verbeteren?
Een slechte cos φ betekent niet alleen verspilde capaciteit, maar ook energie en geld. Door de cos φ te verbeteren met relatief eenvoudige maatregelen, zoals het plaatsen van een condensatorbank, benut je direct veel meer capaciteit van je bestaande aansluiting. Condensatorbanken zijn technische systemen die blindstroom actief compenseren. Door blindstroom zo veel als mogelijk direct bij de bron (denk aan motoren of koelmachines) weg te nemen, voorkom je dat deze blindstroom onnodig heen en weer over het net gaat.
Dit klinkt technisch, maar met een relatief eenvoudige ingreep verhoog je de efficiëntie van je elektriciteitsvoorziening aanzienlijk. Het resultaat is duidelijk:
- Meer ruimte binnen je bestaande aansluiting.
- Lagere belasting van kabels en transformatoren.
- Minder netverliezen en daarmee een lagere energierekening.
- Minder slijtage en defecten aan installaties.
Om de impact van een goede Power Quality te verduidelijken, nemen we een rekenvoorbeeld:
Bij een aansluiting van 6 MVA en een cos φ van 0,85 wordt slechts 5,1 MW effectief benut. Door de cos φ te verbeteren naar 0,95 benut je 5,7 MW — een winst van ruim 500 kW.
Ter illustratie; dit extra vermogen is genoeg om een kleine fabriek, 10 extra DC-laadpalen of een forse batterij te laten draaien.
Goede Power Quality gaat verder dan alleen blindstroom. Het verbeteren van de arbeidsfactor (cos φ) is een belangrijke stap, maar goede stroomkwaliteit vraagt om een bredere aanpak. In moderne netten met veel omvormers, laadpalen en elektronica ontstaat netvervuiling — zogeheten harmonischen. Deze kleine verstoringen leiden tot hogere verliezen, snellere slijtage en storingen. Een standaard condensatorbank biedt geen oplossing voor deze harmonischen en kan de situatie zelfs verergeren.
Daarom kijken we op The Green Box breder. We combineren cos φ-verbetering direct met slimme oplossingen die zorgen voor een stabiel, schoon en toekomstbestendig elektriciteitsnet.
Mijn droom en tevens advies; optimaliseer eerst wat je al hebt, voordat je investeert in méér.
Pas zodra het net technisch stabiel is ingericht, ontstaat er ruimte om ook aan de bronkant slimmer met energie om te gaan, bijvoorbeeld door middel van buffering en conversie.
Stap 3. Energie efficiënt bufferen: Van restwarmte tot waterstof
Naast slim netbeheer en Power Quality-optimalisatie wil ik op termijn ook de kleinschalige conversie van energiestromen inzetten op onze cleantech campus. Of het nu restwarmte, waterstof of andere vormen van energie betreft, we laten niets onbenut.”
Op The Green Box wordt al geëxperimenteerd met elektrolyse.Theoretisch kan opgeslagen waterstof later omgezet worden in elektriciteit via een omgekeerde elektrolyzer of brandstofcel. Een andere – economisch wat minder interessante – optie is het bijstoken van waterstof (H2) in een WKK-installatie die we eenvoudig kunnen integreren in onze netwerkarchitectuur. Waterstof biedt op deze manier een vorm van chemische energieopslag, die energie over langere perioden kan bufferen. Dit is vooral nuttig bij dips in duurzame energieopwekking, zoals de bekende ‘dunkelflaute’. De heilige graal van de energietransitie is het efficiënter en goedkoper kunnen overbruggen van deze dunkelflaute periodes, maar hier is nog veel onderzoek voor nodig. Wij zullen geen universeel antwoord vinden, maar er is zeker potentieel op The Green Box aanwezig als je kijkt vanuit de bril van het optimaal inzetten van bestaande assets.
Op The Green Box hebben we al een aantal mooie technische bouwstenen beschikbaar, waaronder een micro-warmtenet dat momenteel is aangesloten op een biomassacentrale op onze campus. Als er een huurder komt die veel restwarmte produceert, kunnen we die warmte mogelijk bufferen in de bodem via een Warmte-Koude Opslag (WKO). Dit stelt ons in staat om in de winter gebruik te maken van opgeslagen warmte en in de zomer te koelen. Warmte wordt vaak als afvalproduct gezien, maar ik beschouw het als een kans.
“Ik zeg altijd: afvalwarmte bestaat niet. Door warmte op te slaan en energie te bufferen, maken we de energievoorziening op The Green Box nog efficiënter en duurzamer.”
De toekomst: The Green Box als voorbeeldfunctie
Rien Veldsink heeft een ambitieuze, maar haalbare droom:
“Een autonoom energie-ecosysteem creëren wat zelfstandig kan opereren en geheel zelfvoorzienend is. Waar we stroom, warmte en andere energievormen slim inzetten in plaats van te verspillen. Waar we tijdig congestieproblemen identificeren en praktische oplossingen simuleren met een digital twin.”
The Green Box moet een voorbeeld worden van hoe we in de toekomst slim omgaan met energie, netcapaciteit en duurzame oplossingen. Door bestaande technologieën te integreren en in te spelen op de mogelijkheden van digitalisering, Power Quality, opslag en conversie, kan de campus de energietransitie helpen versnellen.
“Deze droom, daar werk ik elke dag aan.”
